De nieuwe editie van de ITAA-Lex is te koop op de webshop van Wolters Kluwers. Ter gelegenheid hebben we verschillende ITAA-leden en -stagiairs geïnterviewd. John, ervaren fiscaal accountant, vertelt meer over zijn ervaring met de ITAA-Lex. Dit is de laatste getuigenis van deze serie. 

Wie ben jij? Wat is je achtergrond ?
Ik ben John, fiscaal accountant. Ik ben actief in een klein kantoor van de Vlaamse Ardennen sinds 1986, en ook nog altijd graag na de werkuren met boekhouding bezig als hobby.

Waarom vind je de ITAA-Lex zo’n nuttige uitgave?
Ik gebruik als accountant mijn ITAA-Lex zoals een vertaler een woordenboek zou gebruiken: ik heb het niet altijd nodig, maar het geeft altijd gemoedsrust als ik erin kan zoeken bij twijfel over wetgeving en wanneer ik een cliënt wil adviseren. Ik ben zo zeker dat ik altijd de recentste tekst bij de hand heb.

Waar is jouw ITAA-Lex momenteel? 
Er is er altijd een op mijn bureau, maar ik heb ook zeker twee reserves van de vorige jaren. Een in de kast en een ander exemplaar blijft altijd in mijn auto. Die vertoont al wat gebruikssporen ondertussen.

Wanneer heb je het voor het laatst gebruikt? En waarvoor?
Gisteren, om het wettelijk kader rond het netto actief- en liquiditeitstest op te zoeken. Een cliënt wou uitkeren, daarom wou ik zeker van mijn stuk zijn.

Een tip/truc die je kunt delen met andere leden?
Elke stagiair of student accountancy weet dat je best tabbladen of post-its erin plaatst om efficiënt en snel te navigeren. Als lesgever trainen we ze ook altijd met het gebruik van de ITAA-Lex op de eerste les.

Een suggestie voor de ITAA-Lex van volgend jaar?
Op inhoudelijk vlak heb ik geen opmerkingen, maar lang geleden was er plaats om extra nota’s te nemen. De inhoud is zodanig toegenomen dat het misschien moeilijk is, maar ik heb nostalgie naar de tijd waar het nog kon.

De Algemene Administratie Inning & Invordering (AA I&I) van FOD Financien wenst ITAA-leden te informeren dat Finprof op 27/9 afgesloten wordt voor aangiftes van 2023.

30/08/2024 – Afsluiten programma enkel voor de aangiftes bedrijfsvoorheffing jaar 2023 op 27 september 2024

U kan de aangiften bedrijfsvoorheffing voor het jaar 2023 nog indienen via Finprof tot vrijdag 27 september 2024 voor 16u. Om fouten op het laatste moment te voorkomen, verzoeken wij u om uw laatste bestanden een paar dagen voor de deadline op te sturen, zodat u nog tijd hebt om ze te corrigeren.

Zie ook: https://financien.belgium.be/nl/E-services/FinProf

FOD Fin informeerde ons op 30/8 dat Tax-on-web op 3/9 een noodzakelijk onderhoud moet ondergaan en dat BOW later ook tijdelijk onbeschikbaar zal zijn.

Door noodzakelijk onderhoud kan Tax-on-web op dinsdag 3 september tussen 9 u. en 10 u. verstoord worden.

Er is ook noodzakelijk onderhoud gepland voor Belcotax-on-web op de data hieronder. Dit onderhoud kan ook leiden tot een tijdelijke verstoring van Tax-on-web.

  • 12 september (tussen 9 u. en 10 u.): Belcotax-on-web inkomsten 2023
  • 19 september (tussen 9 u. en 10 u.): Belcotax-on-web inkomsten 2022
  • 26 september (tussen 9 u. en 10 u.): Belcotax-on-web inkomsten 2021
  • 17 oktober (tussen 9 u. en 10 u.): Belcotax-on-web inkomsten 2020

We doen er alles aan om de impact van dit onderhoud op onze e-services zoveel mogelijk te beperken.

We hebben ook een nieuwsbericht op onze website gepubliceerd.

Volgens een recente uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie over een prejudiciële vraag, zullen accountants en belastingadviseurs verplicht zijn om andere tussenpersonen in kennis te stellen van complexe belastingregelingen in het kader van DAC 6. Alleen advocaten zullen profiteren van een uitzondering en zullen zich nog steeds kunnen beroepen op hun beroepsgeheim om hun meldingsplicht te ontlopen.

Op 29 juli 2024 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ-EU) een arrest gewezen in het kader van vijf prejudiciële vragen van het Grondwettelijk Hof over de interpretatie van de bewoordingen van Richtlijn 2011/16/EU van 15 februari 2011 (genaamd DAC 6) en de omzetting ervan in een wet van 20 december 2019. De vierde vraag (punten 91 tot 120 van het arrest) betreft de verplichting voor tussenpersonen die onder het beroepsgeheim vallen om andere tussenpersonen in kennis te stellen van complexe belastingregelingen.

Deze uitspraak – die gevolgen heeft voor de verplichting van accountants en belastingadviseurs om andere tussenpersonen te informeren – kan  u hier consulteren.

 Hierbij de context waarin deze uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie werd gedaan:

  • Krachtens DAC 6 en de wet van 20 december 2019 zijn tussenpersonen verplicht om alle informatie aan de bevoegde autoriteiten te melden waarvan zij kennis hebben met betrekking tot mogelijk agressieve grensoverschrijdende fiscale planningsregelingen.
  • DAC 6 voorziet echter in een uitzondering op deze meldingsplicht aan de bevoegde autoriteiten: het beroepsgeheim. Tussenpersonen hebben het recht om te worden vrijgesteld van de verplichting om informatie te verstrekken over een te melden grensoverschrijdende regeling wanneer de meldingsplicht in strijd zou zijn met het beroepsgeheim dat van toepassing is onder de nationale wetgeving. In dergelijke gevallen zijn tussenpersonen echter verplicht om elke andere tussenpersoon of, bij gebrek aan een dergelijke tussenpersoon, de betrokken belastingplichtige onmiddellijk op de hoogte te brengen van hun aangifteverplichtingen.
  • Het HvJ-EU had al geoordeeld – in een arrest van 8 december 2022 nummer C-649-20 – voor een verbod op de verplichting voor een advocaat om andere tussenpersonen in kennis te stellen van een grensoverschrijdende regeling.
  • Aangezien enkel advocaten onder deze mogelijkheid vielen om hun beroepsgeheim ten opzichte van andere tussenpersonen te vrijwaren, heeft het ITAA – in het belang van de rechtszekerheid – het Hof van Justitie van de Europese Unie gevraagd om een prejudiciële vraag te stellen via het Grondwettelijk Hof om de bevestiging te krijgen dat de vrijstelling van de meldingsplicht aan andere tussenpersonen ook van toepassing is op accountants en belastingadviseurs.

In het arrest van 29 juli 2024 oordeelde het HvJ-EU dat de werkzaamheden die ten grondslag lagen aan het opstellen van DAC 6 uitsluitend gericht waren op de bescherming van het beroepsgeheim van advocaten met betrekking tot de vrijstelling van de kennisgevingsplicht.

Ook al erkent het Hof dat er tegenargumenten denkbaar zijn, zoals i) het feit dat de meeste taalversies van DAC 6 betrekking hebben op beroepen (zoals belastingadviseurs, notarissen, accountants, boekhouders en bankiers) die volgens het nationale recht aan het beroepsgeheim gebonden zijn, maar door datzelfde recht a priori niet bekleed zijn met de bevoegdheid om in rechte op te treden (zie de paragrafen 96 en 97), en ii) de wijze waarop de lidstaten zelf het beroepsgeheim interpreteren (zie paragraaf 105), wijst erop dat de beoordelingsmarge beperkt is, (ii) de wijze waarop de lidstaten zelf het beroepsgeheim interpreteren (zie punt 105), wordt gepreciseerd dat de beoordelingsmarge van de lidstaten niet zo ver gaat dat zij de verplichting tot melding aan de bevoegde autoriteiten kunnen omzetten in een verplichting tot kennisgeving aan andere tussenpersonen voor beroepsbeoefenaren die hun cliënten niet in de rechtbank kunnen vertegenwoordigen (zie punt 106).

Volgens het Hof zou dit leiden tot verstoring tussen de lidstaten, wat zou kunnen leiden tot een “verplaatsing” van belastingplanningsactiviteiten en de ondermijning van de uniformiteit van de bestrijding van belastingfraude binnen de interne markt (zie punt 107).

De volledige argumentatie van het HvJ-EU is gebaseerd op de specifieke bescherming van het beroepsgeheim van advocaten, artikel 7 van het charter en artikel 8, paragraaf 1, van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM)

Naar onze mening gaat het HvJ-EU voorbij aan het feit dat veel commerciële advocaten hun cliënten niet vertegenwoordigen.

Het HvJ-EU heeft geen rekening gehouden met het feit dat economische professionals hetzelfde beroep uitoefenen als deze bedrijfsjuristen, namelijk het geven van juridisch advies en het communiceren van nota’s aan hun cliënten.

De volgende stap voor het ITAA is het indienen van opmerkingen aan het Grondwettelijk Hof over de uitspraak van het HvJ-EU van 29 juli 2024.

Een analyse van de impact van de uitspraak van het HvJ-EU en de aanstaande uitspraak van het Grondwettelijk Hof over het beroepsgeheim van accountants en belastingadviseurs zal het onderwerp zijn van een artikel in het ITAA-Zine.

Op maandagochtend, 26 augustus, hebben veel ITAA-leden de servicedesk gemeld dat de toegang tot de FOD-mandaten verstoord waren, waardoor de voortgang van werkzaamheden op aangiften en balansen voor veel gebruikers werd geblokkeerd. Gelukkig slaagde de FOD erin het probleem een dag later, op 27 augustus, rond 14.00 uur op te lossen.

Het is onverklaarbaar dat dit soort incidenten jaar na jaar blijft voorkomen. Vragen over de duurzaamheid van de geboden oplossingen en de preventie van soortgelijke toekomstige incidenten blijven rijzen. Waarom blijven deze verstoringen zich jaar na jaar voordoen?

Het is ook cruciaal dat de FOD snel schakelt met het ITAA om storingen te detecteren en op te lossen zodra ze zich voordoen. Een nauwere samenwerking zou veel problemen kunnen voorkomen, storingen sneller kunnen opsporen en een betere continuïteit van de diensten kunnen garanderen.

Het ITAA blijft ook pleiten voor een verduidelijking van de effecten in geval van storingen van e-services, ongeacht de overheidsdienst. Het voorstel is eenvoudig: een dag van onbeschikbaarheid zou automatisch een extra dag uitstel moeten opleveren. Deze maatregel zou alle onzekerheid bij de gebruikers wegnemen en onnodige discussies voorkomen.

De Balanscentrale van de Nationale Bank wenst de aandacht van ITAA-leden te trekken op onderstaande informatie

Bij bulkbetaling van de neerleggingen van jaarrekeningen (een betaling voor meerdere neerleggingen) heeft de NBB gemerkt dat de e-mail die naar de neerlegger wordt gestuurd na publicatie niet altijd alle betrokken neerleggingsgegevens bevatte.
Dit probleem heeft de hoogste prioriteit gekregen en wordt momenteel geanalyseerd en opgelost door ons technische team, dat hun uiterste best doet om het zo snel mogelijk te verhelpen.

Indien indieners vaststellen dat er indieningsgegevens ontbreken, dan hebben ze twee opties:

  • Vraag het bedrijf waarvoor de jaarrekening is neergelegd om een kopie van het neerleggingsbericht dat ook naar hun Enterprise e-box is gestuurd.
  • Stuur een e-mail naar het Contact Center via helpdesk.ba@nbb.be met vermelding van het ondernemingsnummer en het boekjaar van de ontbrekende neerlegging.

We laten u weten wanneer het probleem is opgelost.

U kunt nu de nieuwe editie van de ITAA-Lex bestellen. Ter gelegenheid hebben we ITAA-leden en -stagiairs geïnterviewd. Ontdek de getuigenis van ITAA-stagiaire Héloïse.

1. Wie ben jij? Wat is je achtergrond ?
Ik heet Héloïse en ik ben stagiaire en gecertificeerd fiscaal accountant in mijn tweede jaar. Ik werk al meer dan vier jaar bij een boekhoudkantoor, eerst als stagiaire tijdens mijn studie aan CBCEC Luik, daarna als werknemer. Dit jaar, 2023/2024, heb ik avondlessen gevolgd om een specialisatie fiscaal optie bedrijven aan de HEC Luik te behalen.

2. Waar is jouw ITAA-Lex momenteel? Staat het nog steeds op dezelfde plek? Waarom daar ?

Op dit moment liggen beide versies in de kofferbak van mijn auto. Gedurende het jaar vergezelden ze mij bijna elke dag op kantoor (behalve op dagen dat ik ze niet nodig had, maar gelukkig is de digitale versie altijd beschikbaar, ook al zitten mijn post-its er niet in) en natuurlijk tijdens bijna elke les.

3. Wanneer heb je het voor het laatst gebruikt? En waarvoor?
Ik heb mijn ITAA-Lex voor de laatste keer gebruikt tijdens de voorbereidingen van de eerste aangiften vennootschapsbelasting aj. 2024. Ik vroeg me af wanneer de informatie op geconsolideerde basis moest worden aangeleverd.

4. Wanneer was het het meest behulpzaam? Vertel ons.
Tot nu toe is het onmisbaar geweest tijdens mijn examens, een soort geluksbrenger. Het heeft mij ook geholpen om het advies van mijn stagebegeleider te begrijpen.

5. Een tip/truc die je kunt delen met andere leden?
Aarzel niet om uw stagiairs (ITAA en/of IFAPME/bachelor) aan te moedigen om de ITAA-LEX te gebruiken, want dit kan hen alleen maar ten goede komen.

6. Een suggestie voor de ITAA-Lex van volgend jaar?
De grondwet opnemen en de bijzondere wet betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

Op dit moment geniet u van de hoogst mogelijke ledenkorting van maar liefst 47 %. Zo betaalt u slechts € 113,43 in plaats van € 214,01. Wacht niet langer, de actie loopt tot en met 1 september! 

Na positief advies van de Hoge Raad voor de Economische Beroepen, heeft de Raad op 2 juli 2024 het voorstel van norm betreffende de verenigbaarheid van de activiteit van domiciliëring van entiteiten aangenomen.

Inwerkingtreding

Bij de inwerkingtreding van deze norm heeft de Raad rekening gehouden met de specifieke deadlines waaraan onze leden in deze periode onderworpen zijn en die een hoge belasting van de kantoren tot gevolg hebben. Er werd ook rekening gehouden met de haalbaarheid om deze norm toe te passen op bestaande opdrachten voor beroepsbeoefenaars die al opdrachten van domiciliëring vervullen.

De norm is dan ook toepasselijk op iedere overeenkomst tot domiciliëring die wordt gesloten tussen cliënt en beroepsbeoefenaar vanaf 1 november 2024 aanvaard. Voor de lopende opdrachten die de beroepsbeoefenaar vóór 1 november 2024 heeft aanvaard, is de norm van toepassing vanaf 1 januari 2025.

We zijn de Hoge Raad voor de Economische Beroepen erkentelijk, die in dit kader begrip toonde voor de concrete omstandigheden op het werkveld!

Waarom een norm domiciliëring?

Lange tijd was het voor beroepsbeoefenaars verboden om de zetel van hun cliënt-rechtspersoon te vestigen op het adres van hun kantoor. Maar de Europese evolutie naar vrije dienstverlening zorgde er al begin jaren 2000 voor dat deze dienst beschouwd werd als een “verenigbare” activiteit, die beroepsbeoefenaars konden aanbieden. Weliswaar onder voorwaarden die de naleving van de deontologische principes (zoals de onafhankelijkheid) garandeerden.

Inmiddels zorgt de Europese antiwitwasregelgeving terug voor grotere controle op het beroepsmatig verlenen van deze dienst. Sinds 2018 zijn “dienstenverleners aan vennootschappen” verplicht geregistreerd bij de FOD Economie. ITAA-leden zijn vrijgesteld van deze registratie omdat zij al onderworpen zijn aan de antiwitwasregelgeving en hiervoor onder toezicht van het ITAA staan.

De overgrote meerderheid van de leden bieden deze dienstverlening aan op een correcte wijze om bepaalde cliënten optimaal te kunnen bijstaan. Jammer genoeg loopt het soms fout, in bepaalde gevallen zelfs zo fout dat ondernemingsrechtbanken bij ITAA aan de alarmbel luiden. 

Het was dan ook noodzakelijk om voor een goede omkadering te zorgen met een norm. Enkele basisprincipes? Benadrukt wordt dat de beroepsbeoefenaar onderworpen is aan de antiwitwasregelgeving als hij deze dienst verleent. De beginselen van de deontologie moeten nageleefd worden. En tenslotte, om valse marktconcurrentie te vermijden worden de voorwaarden waaronder een maatschappelijke zetel of een bedrijfsadres kan worden verschaft, afgestemd op de voorwaarden die gelden voor dienstenverleners aan vennootschappen.

De overschakeling naar e-invoicing komt in de eerste plaats voort uit een verplichting. Tegen 2026 moeten alle ondernemingen immers gestructureerde elektronische facturen kunnen ontvangen en verzenden.

E-invoicing is echter niet alleen een administratieve plicht, maar ook een echte kans voor bedrijven om vooruitgang te boeken en tegelijkertijd aanzienlijk te besparen.

Door elektronische facturatie wordt er bespaard op print- en papierkosten. Volgens een studie van de Europese Commissie zou e-invoicing het bruto binnenlands product van de EU met ongeveer 0,5 % stijgen. 

Naast deze kostenbesparingen zorgt e-facturatie voor een grotere nauwkeurigheid. Handmatige invoer is de bron van veel fouten en e-facturatie vermindert het risico op menselijke fouten.

Voor crediteuren helpt het rechtstreeks integreren van elektronische acturen in de automatiseringsoplossing voor crediteurenadministratie om contactloze factuurverwerking te verbeteren.

Deze verplichting zal ook een impact hebben op de communicatie tussen accountants en cliënten: het tijdperk van ondernemers laattijdig documenten bezorgen kan voorbij zijn als de integratie tussen de systemen van de cliënt en de accountant goed wordt beheerd.

Dit maakt zowel de voor de ondernemer als de accountant tijd en middelen vrij voor andere taken met toegevoegde waarde.

De OECCBB en zes van zijn leden betwistten de rechtsgeldigheid van de Algemene Vergadering van het ITAA op 25 april 2024 voor de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg van Brussel.

In haar beschikking van 18 juli wees de kortgedingrechter de eisen van de verzoekende partijen integraal af. Deze beslissing is definitief geworden, aangezien de verzoekende partijen hebben aangegeven niet in beroep te gaan.

De rechter oordeelde op basis van de aangebrachte stukken dat :

  1. 1. de vordering door de OECCBB onontvankelijk is, bij gebrek aan belang
  2. de vorderingen van de 6 leden van de OECCBB ongegrond zijn.

Op basis van de voorgebrachte stukken heeft de rechter geoordeeld als volgt:

  1. onthoudingen worden niet in aanmerking genomen bij de stemming (door onthouding weigert het lid te wegen op het stemresultaat) en kunnen daarom niet worden gelijkgesteld met negatieve stemmen, wat de jarenlange handelswijze van het ITAA bevestigt;
  2. de technische vertraging had geen invloed op de uitslag van de stemmingen: het opkomstpercentage was gelijk aan dat van de voorgaande jaren
  3. het verloop van de Algemene Vergadering van 25 april 2024 toont niet aan dat de vragen van leden niet zouden zijn beantwoord, noch dat een andere aanpak omtrent de modaliteiten hiervan tot een ander stemresultaat zou hebben geleid.

Voor het overige worden er door de kortgedingrechter geen uitspraken gedaan over andere punten betreffende het verloop van de Algemene Vergadering van het ITAA, zoals bijvoorbeeld de wijze van voorstelling van de jaarrekening aan de Algemene Vergadering, het feit dat de commissarissen door de wet worden benoemd onder de leden, of het beheer van de investeringen in het kader van de verhuis van de zetel.

Het ITAA is verheugd deze episode achter zich te kunnen laten en zal zich blijven focussen op zijn kerntaken: de uitvoering van de wettelijke taken in het algemeen belang en de verdediging van de belangen van al zijn leden.