De CFI waarschuwt dat haar naam momenteel onrechtmatig wordt gebruikt, vermoedelijk met de bedoeling oplichting (phishing) te plegen. De CFI werd in kennis gesteld van een mail die in haar naam werd verstuurd over een zogenaamde “strafonderzoek”.

De mail was afkomstig van het adres “@ctif-cfi.com”.
De CFI gebruikt enkel e-mailadressen eindigend op .be en nooit op .com of .org.

Wij raden u aan om het adres van de afzender van de mail goed na te kijken en in de mail niet op een link te klikken wanneer u het adres niet kent of het verdacht lijkt. In geval van twijfel kunt u contact opnemen met de CFI om de echtheid van de mail te controleren.

Basisopleiding (januari – maart 2023)

en

Opleiding voor geavanceerde gebruikers (januari – maart 2023)

beschikbaar als webinar on demand vanaf 1 januari 2023 tot 31 maart 2023

Om het gebruik van eStox verder te promoten, heeft het ITAA besloten een jaarlijkse opleidingscyclus op te zetten, bestaande uit een basisopleiding en een opleiding voor geavanceerde gebruikers.

Was u niet ingeschreven voor de basisopleiding van 17/11/2022 of voor de opleiding voor geavanceerde gebruikers van 14/12/2022, dan kunt u nu inschrijven voor de opleidingen beschikbaar als webinar on demand. De webinars on demand worden aangeboden vanaf 1 januari tot en met 31 maart 2023.     

De webinars zullen in april 2023 opnieuw beschikbaar zijn voor een nieuwe periode van 3 maanden.

2 dagen opleiding ter plaatse
3 maart 2023 van 9.30 tot 15.30 uur en
6 oktober 2023 van 9.30 tot 15.30 uur

Hou deze dagen vrij in je agenda!
Een aparte mededeling met alle details om u in te schrijven voor één of beide opleidingen volgt.

Opleiding van 3 maart 2023 van 9.30 tot 15.30 uur
1. Relatie tussen de advocaat en de gerechtsdeskundige in het kader van de deskundigenonderzoek in burgerlijke zaken (1.30 uur)
2. Praktische aspecten van het witwasonderzoek (1.30 uur)
LUNCH
3. Praktijkgerichte workshops over de organisatie van de deskundigenonderzoek in burgerlijke en handelsrechtelijke zaken (2 uur)
Opleiding van 6 oktober 2023 van 9.30 tot 15.30 uur
1. Actualiteit en specifieke rechtspraak inzake deskundigenonderzoek (1.30 uur)
2. Bespreking van strafbare feiten in verband met misbruik van vennootschapsgoederen in het kader van het strafrechtelijk onderzoek (1.30 uur)
LUNCH
3. Praktijkgerichte workshops over de te vermijden valkuilen in het kader van het deskundigenonderzoek in burgerlijke en handelsrechtelijke zaken (relaties met de partijen, met de advocaten en de technische adviseurs) (2 uur)

Op 8 december 2022 heeft de Europese Commissie een pakket btw-maatregelen voorgesteld met het oog op een digitaal tijdperk. De dag ervoor mocht een hoge functionaris van de Europese Commissie al een tipje van de sluier geven tijdens een ETAF-conferentie.

Het pakket bevat drie pijlers: een unieke Europese btw-registratie, een update van de regels voor passagierstransport en voor platformen die toeristische logies aanbieden, en tot slot de verplichting tot e-invoicing voor intracommunautaire leveringen inclusief e-reporting.

Verplichte e-invoicing en e-reporting op korte termijn

Op termijn zal elke onderneming in realtime haar btw rapporteren op basis van e-facturen. Onze minister van Financiën wachtte al langer op dit voorstel om zijn eigen plannen rond e-invoicing (en nu dus ook e-reporting) versneld af te werken. Daarmee zal de btw-aangifte op termijn niet meer nodig zijn, al laat de Europese Commissie het aan de lidstaten over om te beslissen of interne transacties al dan niet ook op dezelfde manier moeten worden gerapporteerd.

Alle Belgische (en Europese) kmo’s zullen in een recordtempo moeten schakelen naar e-invoicing. Ook bijvoorbeeld marktkramers, antiquairs, ambachtslieden en andere ondernemingen en sectoren waar digitalisering niet echt is begonnen of moeizaam verloopt.

Het belooft een hele klus te worden voor deze ondernemingen, maar ook voor hun accountant en voor de overheid om dat te realiseren ongeacht de deadline die door de Commissie is gesteld. (Nvdr. Volgens de tekst van het voorstel gebeurd dat gefaseerd en ten laatste tot 2028)

Economische beroepen

Het ITAA gelooft dat ondernemingen en accountants steun van de overheid moeten krijgen om dat op korte termijn goed te laten verlopen. Dankzij een samenwerking met platformen als Billtobox van UnifiedPost tracht het ITAA hier al een tijdje op te anticiperen, maar het wordt stilaan money-time.

Het ITAA blijft zijn leden dus sensibiliseren opdat zij hun cliënten op hun beurt zouden sensibiliseren. Toegang tot Billtobox is dankzij de samenwerking tussen het ITAA en UnifiedPost gratis voor accountantskantoren. Bovendien hanteert Billtobox een ‘rode prijs’ voor ondernemers.

Het ITAA waakt erover dat de deontologische regels van ons beroep en de databeveiliging voor elke onderneming gerespecteerd blijven.

Overheid, economische beroepen en ondernemingen moeten elk hun verantwoordelijkheid nemen

Europa, de overheden en de economische beroepsbeoefenaars moeten samenwerken om koste wat het kost te vermijden dat de digitalisering dreigt te ontsporen. Commerciële spelers (softwareontwikkelaars, banken, Zelfs Amazon of Google…) die geen deontologische verplichtingen hebben, zouden de financiële gegevens van ondernemingen ongecontroleerd kunnen commercialiseren.

Morgen zouden deze tussenpersonen toegang hebben tot de gegevens van veel bedrijven en hen verwante diensten aanbieden. Bovendien hebben deze bedrijven de gewoonte genomen om de eigen gegevens van de onderneming betalend aan te bieden aan zowel ondernemingen zelf als aan het accountantskantoor. De kmo’s zijn daarvan de uiteindelijke dupe.

Het ITAA spoort dus elk lid aan om zich voor te bereiden, het cliënteel voor te bereiden en te waken over de intenties van de mogelijke dienstverleners! Het ITAA verwacht ook van de overheden dat ze ondernemingen – in het bijzonder de kmo – en hun accountants correct zouden ondersteunen in deze overgang.

In CBN-advies 2022/16 buigt de Commissie zich over de gevolgen voor de jaarrekening van de omzetting van een vennootschap. De rechtsvorm van de vennootschap op de afsluitingsdatum van het boekjaar is bepalend. De jaarrekening wordt immers afgesloten en goedgekeurd onder de voorwaarden van de regeling die op de afsluitingsdatum van toepassing is op de vennootschap in haar nieuwe vorm. De Commissie licht dit principe toe aan de hand van enkele voorbeelden en verduidelijkt de structuur van de jaarrekening.

De Europese Commissie zal vanaf 2024 de strijd aanbinden tegen het misbruik van schermvennootschappen. Het begrip schermvennootschap beoogt – volgens een ontwerprichtlijn van de Commissie – de ondernemingen die niet aan alle substantie-indicatoren voldoen. Kortom, het gaat om entiteiten met grensoverschrijdende activiteiten, met hoofdzakelijk passieve inkomsten en waarvan het dagelijks bestuur en de besluitvorming zijn ondergebracht in entiteiten van derden. Deze opgespoorde schermvennootschappen zullen tot nieuwe rapportering inzake belastingen worden verplicht en niet langer in aanmerking komen voor belastingvoordelen binnen de EU. Met andere woorden: de gevolgen zullen drastisch zijn.

Onderstaande gedetailleerde analyse is vooral bestemd voor wie cliënten adviseert die zelf schermvennootschappen oprichten of die gelinkt zijn aan schermvennootschappen in de zin van de ontwerprichtlijn.

1. Beoogd doel met het voorstel voor de nieuwe Europese ATAD 3-richtlijn

Op 22 december 2021 heeft de Europese Commissie aangekondigd dat zij ervoor wil zorgen dat er geen belastingvoordelen meer zullen zijn voor schermvennootschappen in de EU, wat uiteindelijk het gebruik ervan zou moeten ontmoedigen. Er werd vastgesteld dat schermvennootschappen soms nuttige commerciële of operationele functies kunnen vervullen, maar dat zij door sommige internationale groepen of zelfs natuurlijke personen worden misbruikt voor agressieve belastingplanning of fiscale fraude. De volgende gevallen zijn bedoeld:

    • Het leiden van geldstromen naar schermvennootschappen gevestigd in rechtsgebieden waar geen of zeer lage belastingen worden geheven of waar belastingen gemakkelijk kunnen worden ontdoken.
    • Het gebruik door natuurlijke personen van schermvennootschappen om belastingheffing op hun vermogen en bezittingen te vermijden, hetzij in hun woonland, hetzij in het land waar het vermogen zich bevindt.

2. Uitsluitingen van het toepassingsgebied in de voorgestelde nieuwe ATAD 3-richtlijn van de EU

Van het toepassingsgebied van ATAD 3 zijn uitgesloten:

  • entiteiten die fiscaal gevestigd zijn in een staat buiten de EU;
  • ondernemingen met ten minste 5 medewerkers of voltijdsequivalenten, mits deze personen uitsluitend de activiteiten verrichten die het ‘passieve’ inkomen genereren (passief inkomen kan worden gedefinieerd als inkomen dat niet afkomstig is van een bedrijfsactiviteit);
  • holdingstructuren waarvan de hoofdactiviteit bestaat in het houden van aandelen in werkmaatschappijen die gevestigd zijn in dezelfde lidstaat als die waar de uiteindelijk begunstigden gevestigd zijn;
  • entiteiten waarvan wordt aangenomen dat zij een beperkt risico lopen omdat zij gereglementeerde financiële activiteiten verrichten of uit hoofde van hun statuut reeds aan strengere transparantieverplichtingen zijn onderworpen (financiële instellingen, verzekerings- of herverzekeringsmaatschappijen, beursgenoteerde ondernemingen, pensioenfondsen, icbe’s en alternatieve beleggingsfondsen, enz.).

3. Weerlegbaar vermoeden van ‘schermvennootschap’

ATAD 3 bevat drie belangrijke criteria om te beoordelen of een onderneming als een ‘schermvennootschap’ moet worden beschouwd:

  • Het eerste criterium bestaat erin het percentage passieve activiteiten (d.w.z. activiteiten die niet voortvloeien uit een commerciële activiteit) van vennootschappen te onderzoeken op basis van de inkomsten die zij ontvangen.
  • Het tweede criterium vereist een internationale activiteit.
  • Het derde criterium betreft de vraag of er al dan niet sprake is van aanzienlijke uitbesteding van beheer- en administratieve diensten.

Volgens het voorstel voor de ATAD 3-richtlijn geldt het vermoeden van een schermvennootschap (en dus van beperkte substantie) wanneer tegelijkertijd aan de volgende drie voorwaarden is voldaan:

  • Indien meer dan 75% van de inkomsten (of van bepaalde activa) van de vennootschap bestaat uit ‘passieve inkomsten’ tijdens de vorige 2 aanslagjaren, wordt geacht te zijn voldaan aan het eerste criterium van beperkte substantie. Dit geldt met name voor rente, royalty’s, dividenden, meerwaarden op aandelen, inkomsten uit onroerend goed, andere inkomsten uit roerende goederen voor privédoeleinden met een boekwaarde van meer dan 1 miljoen euro, enz.;
  • Indien het grootste gedeelte van de relevante inkomsten afkomstig is van grensoverschrijdende transacties (60% van de aangehouden activa bevindt zich buiten het land waar de vennootschap is gevestigd of 60% van de relevante inkomstenstromen wordt ontvangen of betaald via grensoverschrijdende transacties), wordt geacht te zijn voldaan aan het tweede criterium inzake beperkte substantie; en
  • Indien de onderneming het beheer van de dagelijkse activiteiten en de besluitvorming over belangrijke functies in de voorbije twee jaar heeft uitbesteed, wordt ook aan het derde criterium inzake beperkte substantie geacht te zijn voldaan. De loutere uitbesteding van boekhoudkundige diensten terwijl de kernactiviteiten binnen de onderneming blijven, volstaat echter niet om aan dit derde criterium te voldoen.

Ondernemingen die niet aan alle substantie-indicatoren voldoen, hebben nog steeds de mogelijkheid om het vermoeden te weerleggen dat zij schermvennootschappen zijn. Zij zullen aanvullend bewijs moeten voorleggen, zoals:

    • het leveren van concrete bewijzen van de uitgeoefende activiteiten, bijvoorbeeld gedetailleerde informatie over
    • de zakelijke, niet-fiscale, redenen voor hun oprichting;
    • het profiel van de medewerkers (met inbegrip van hun ervaringsniveau, rol, positie en beslissingsbevoegdheden binnen de organisatie, hun vaardigheden en de duur van hun contract);
    • het lokale karakter van de besluitvorming met betrekking tot de activiteit van de vermeende schermvennootschap; of
    • enig bewijs dat de vennootschap doorlopend zeggenschap heeft gehad over de activiteiten die het passief inkomen genereren en zij de risico’s heeft gedragen;
  • de vennootschap moet aantonen dat zij door haar tussenkomst de belastingdruk van de structuur of groep waartoe zij behoort, niet vermindert. Het bewijs van de afwezigheid van een belastingvoordeel moet een vergelijking omvatten van de totale belastingdruk die verschuldigd zou zijn geweest zonder de tussenkomst van de betrokken onderneming.

4. Nieuwe specifieke rapporteringsverplichtingen voor entiteiten die geacht worden schermvennootschappen te zijn

  • De vennootschap zal in haar jaarlijkse belastingaangifte moeten aangeven dat zij voldoet aan de minimumsubstantie-indicatoren van ATAD 3.
  • De entiteit zal met bewijzen moeten aantonen dat:
    • zij eigen bedrijfsruimten bezit in de lidstaat waar zij gevestigd is of over bedrijfsruimten beschikt die uitsluitend door haar worden gebruikt;
    • zij ten minste beschikt over één eigen, actieve bankrekening in de EU;
    • zij bestuurders en/of werknemers heeft die voldoen aan een aantal criteria (waaronder het feit dat zij woonachtig zijn in of dicht bij het land waar de entiteit is gevestigd zodat zij hun functies kunnen uitoefenen in dit land).

De documentatie ter staving van het geleverde bewijs bestaat, in voorkomend geval, uit het volgende: adres van de vestiging, bedrag van de inkomsten en uitgaven van de entiteit naar hun aard, identificatie van de bestuurders of de medewerkers in loondienst met hun woonplaats en beroepskwalificaties, uitbestede activiteiten, details van bankrekeningen, volmachten en bewijs van activiteit).

De voorgestelde ATAD 3-richtlijn voorziet in een boete van ten minste 5% van de omzet van de entiteit indien zij haar rapporteringsverplichtingen niet nakomt.

Bovendien zal de belastingadministratie van een lidstaat haar ambtgenoten kunnen verzoeken in geval van een vermoeden van een verzuim of onregelmatigheid bij de aangifte van een entiteit die als schermvennootschap kan worden aangemerkt. Dit mechanisme zal het mogelijk maken een belastingcontrole te beginnen en de resultaten van de controle binnen een redelijke termijn mee te delen aan de verzoekende lidstaat.

5. Belastingtechnische gevolgen

De kwalificatie als ‘schermvennootschap zonder minimumsubstantie’ kan aanzienlijke fiscale gevolgen hebben voor de gehele structuur waartoe de entiteit behoort:

  • Indien een entiteit als een schermvennootschap wordt beschouwd, kan zij niet in aanmerking komen voor belastingverminderingen of de voordelen van het netwerk van belastingverdragen van haar lidstaat, noch voor de gunstige behandeling waarin de moeder-dochter-richtlijn en de rente- en royaltyrichtlijn voorzien (bijv. de weigering van vrijstelling of vermindering van bronbelasting).
  • Om de doeltreffendheid van de gevolgen voor de schermvennootschap te garanderen, zal de vestigingsplaats van de entiteit ofwel geen certificaat van fiscale vestiging aan de entiteit afgeven, ofwel een certificaat afgeven waarin wordt verklaard dat de entiteit een schermvennootschap is (waardoor de entiteit niet in aanmerking komt voor de voordelen van de EU-richtlijnen of de dubbelebelastingverdragen).
  • Bovendien zullen betalingen aan derde landen niet worden behandeld als betalingen die via de schermvennootschap lopen en zullen zij onderworpen zijn aan bronbelasting op het niveau van de entiteit die de betalingen aan de schermvennootschap heeft verricht. Daarom zullen de inkomende betalingen worden belast in het land van de aandeelhouder van de schermvennootschap. Schermvennootschappen die onroerend goed bezitten voor privégebruik door vermogende particulieren en derhalve geen inkomstenstroom hebben, zullen de overeenkomstige gevolgen moeten dragen. Deze activa zullen worden belast door het land waar zij zich bevinden, alsof zij rechtstreeks eigendom waren van de betrokken persoon (benadering van de fiscale transparantie).

6. Uitwisseling van informatie tussen de lidstaten

Informatie die een lidstaat verkrijgt doordat een entiteit aan de indicatieve criteria voor een vermoeden van minimale economische substantie voldoet, zal automatisch tussen de lidstaten worden uitgewisseld via een gecentraliseerd bestand dat in realtime toegankelijk is voor de belastingadministraties van de 27 lidstaten. Ook is het de bedoeling dat de overheden van de lidstaten automatisch informatie kunnen uitwisselen over alle entiteiten die onder het toepassingsgebied van de richtlijn vallen, ongeacht of het al dan niet om schermvennootschappen gaat. In die zin zal het voorstel de richtlijn betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen wijzigen.

7. Beoogde inwerkingtreding van ATAD 3

Het is de bedoeling dat het ontwerp, zodra het is aangenomen, uiterlijk op 30 juni 2023 wordt omgezet in het nationale recht van de 27 lidstaten, zodat het op 1 januari 2024 in werking kan treden.

Het valt nog af te wachten of dit voorstel in zijn huidige vorm door alle lidstaten zal worden aanvaard en of deze termijn zal worden gehaald.

Een nieuw sanctiepakket (betreffende Verordening (EU) nr. 269/2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen en Verordening (EU) nr. 833/2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren) werd gepubliceerd op 16 december 2022. 

Deze nieuwe reeks sancties omvat met name: 

  • Toevoeging van meerdere personen en entiteiten aan de lijst van Verordening (EU) nr. 269/2014, waaronder :
    • Leiders van Russische regio’s en andere Russische politici
    • Leden van het Russische leger en de speciale strijdkrachten
    • Familieleden van Russische oligarchen
    • Russische politieke partijen
    • Twee nieuwe financiële instellingen: Credit Bank of Moscow en Dalnevostochniy Bank
  • Invoering van mogelijkheden tot afwijking met betrekking tot landbouw- en voedingsproducten (artikel 6 sexies van de Verordening (EU) nr. 269/2014):
    • Mogelijkheid om activa vrij te geven of tegoeden beschikbaar te stellen aan tien financiële instellingen: Bank Rossiya, Promsvyazbank, VEB.RF, Otkritie FC Bank, Novikombank, Sovcombank, VTB Bank, Sberbank, Credit Bank of Moscow en Dalnevostochniy Bank
    • Mogelijkheid om activa vrij te geven en tegoeden en economische middelen ter beschikking te stellen aan personen die een belangrijke rol spelen in de internationale handel in landbouw- en voedingsproducten, waaronder meststoffen en tarwe.
  • Verbod op investeringen in de sectoren energie en delfstoffenwinning in Rusland (artikel 3 bis van Verordening (EU) nr. 833/2014).
  • Verbod voor EU-onderdanen om functies te bekleden in de bestuursorganen van alle in Rusland gevestigde rechtspersonen, entiteiten en lichamen die eigendom zijn van of gecontroleerd worden door de Russische staat (artikel 5 bis van Verordening (EU) nr. 833/2014).
  • Verbod op het noteren van effecten, en het verlenen van diensten in verband hiermee, van in Rusland gevestigde rechtspersonen, entiteiten of lichamen die voor meer dan 50% in handen zijn van de overheid vanaf 12 april 2022, en op de toelating ervan tot de handel vanaf 29 januari 2023, op handelsplatformen die in de Unie zijn geregistreerd of erkend (artikel 5 van Verordening (EU) nr. 833/2014)
  • Invoering van een meldingsplicht (aan de Algemene Administratie van de Thesaurie of de Commissie), tegen uiterlijk 27 mei 2023, van deposito’s van meer dan 100 000 EUR die in het bezit zijn van een rechtspersoon, entiteit of lichaam die buiten de Unie is gevestigd en waarvan de eigendomsrechten voor meer dan 50%, direct of indirect, in handen zijn van Russische onderdanen of natuurlijke personen die in Rusland verblijven (artikel 5 octies van Verordening (EU) nr. 833/2014).
  • Invoering van mogelijkheden tot afwijking van de artikelen 2, 2 bis, 3, 3 ter, 3 quater, 3 septies, 3 nonies en 3 duodecies, wanneer de verkoop, levering of overdracht noodzakelijk is voor de terugtrekking van activa uit Rusland of de liquidatie van bedrijfsactiviteiten in Rusland (artikel 12 ter van Verordening (EU) nr. 833/2014).

Als accountant of belastingadviseur heb je behoefte aan correcte en actuele handelsinformatie over Belgische bedrijven, maar ongetwijfeld ook over buitenlandse ondernemingen.

ITAA-leden hebben via Companyweb al toegang tot de database van alle Belgische bedrijven, inclusief relevante financiële en juridische gegevens. Ondertussen werd de functionaliteit ook al uitgebreid met overzichtelijke KYC-rapporten en wereldwijde PEP- en Sanctiechecks.

Om je onderzoek of controle nog efficiënter te maken biedt Companyweb nu ook internationale rapporten aan over bijna elk bedrijf wereldwijd!

Een buitenlands bedrijf natrekken en doorlichten was nog nooit zo eenvoudig. Zo heb je meteen toegang tot cruciale gezondheidscijfers, informatie omtrent bedrijfsstructuur en meer.

Je krijgt als ITAA-lid meteen 5 internationale bedrijfsrapporten, vrij te kiezen uit Nederland of Frankrijk.

Hoe het werkt?

  1. Om gebruik te maken van deze nieuwe module, navigeer je via het ITAA-portaal naar Companyweb.
  2. Vervolgens klik je op de module “Internationaal.”
  3. Selecteer Nederland of Frankrijk.

Daarna kan je aan de slag met internationale zoekopdrachten!

Sinds 1 januari 2023 moet je als gemengde belastingplichtige een voorafgaande kennisgeving indienen als je kiest voor de btw-aftrek volgens het werkelijk gebruik. Bovendien moet je bepaalde gegevens over de wijze van uitoefening van het recht op aftrek meedelen.

Hoe dien je de voorafgaande kennisgeving in?

Je PAST HET BEGINSEL VAN DE AFTREK VOLGENS HET WERKELIJK GEBRUIK NOG NIET TOE

Als je voor de eerste keer een beroep wil doen op de aftrek volgens het werkelijk gebruik, moet je ofwel de aangifte e604A (aanvang btw-activiteit) ofwel de aangifte e604B (wijziging btw-activiteit) indienen. Je zal dat in de loop van januari 2023 kunnen doen via de toepassing e604. We informeren je zodra de toepassing hiervoor aangepast is.

Je dient de aangifte in:

  • vóór het einde van het eerste aangiftetijdvak van het lopende kalenderjaar als je al een gemengde belastingplichtige bent.
  • vóór het einde van het eerste aangiftetijdvak dat volgt op de aanvang of de wijziging, als je door de start of wijziging van je activiteit een gemengde belastingplichtige wordt.

De kennisgeving geldt voor een onbepaalde termijn. Je moet ze dus maar een keer doen.

De toepassing van de regeling begint:

  • op 1 januari van het betrokken kalenderjaar als je al een gemengde belastingplichtige bent.
  • vanaf de eerste dag van de aangifteperiode volgend op de aanvang of wijziging als je door de start of wijziging van je activiteit een gemengde belastingplichtige wordt. In dat geval aanvaardt de FOD Financiën evenwel dat je de regeling al meteen toepast vanaf de aanvang of wijziging van de activiteit.

De regeling is ten minste tot 31 december van het derde jaar na de datum van uitwerking van de kennisgeving van toepassing.

Als je na afloop van deze 3-jarige termijn de regeling van de aftrek volgens het werkelijk gebruik wil stopzetten, doe je een voorafgaande kennisgeving via een aangifte e604B (wijziging btw-activiteit). Deze heeft uitwerking vanaf 1 januari van het jaar volgend op de kennisgeving.

je PAST HET BEGINSEL VAN DE AFTREK VOLGENS HET WERKELIJK GEBRUIK AL TOE

Als je op 31 december 2022 het beginsel van de aftrek volgens het werkelijk gebruik al toepast, moet je ten laatste op 30 juni 2023 aan de FOD Financiën bevestigen dat je die regeling zal blijven toepassen.

Je zal dit in de loop van januari 2023 kunnen doen door het indienen van de aangifte e604B (wijziging btw-activiteit) via de toepassing e604. We informeren je zodra de toepassing hiervoor aangepast is.

Kan je kennisgeving geweigerd worden?

FOD Financiën geeft geen expliciete toestemming meer voor de toepassing van de aftrek volgens het werkelijk gebruik. De administratie kan echter wel de toepassing ervan weigeren als ze van mening is dat de aftrek volgens het werkelijk gebruik niet of niet meer met de werkelijkheid overeenstemt.

In dat geval zal ten laatste op 31 december van het jaar dat volgt op het jaar waarin de kennisgeving uitwerking heeft gehad de gemotiveerde weigeringsbeslissing meedelen aan de belastingplichtige. De beslissing geldt voor een onbepaalde termijn, vanaf de eerste dag van het aangiftetijdvak waarin de kennisgeving is gedaan.

Welke gegevens moet je meedelen?

Je moet bepaalde gegevens over de uitoefening van het recht op aftrek volgens het werkelijk gebruik meedelen. Je doet dat via Intervat, bij de indiening van de periodieke btw-aangifte over het eerste kwartaal (uiterlijk 20 april) of één van de eerste drie maanden van het lopende kalenderjaar (uiterlijk 20 februari, 20 maart of 20 april).

Je geeft hierbij informatie over:

  • het definitieve algemene verhoudingsgetal over het voorgaande kalenderjaar
  • de opdeling, in procenten, van de aangerekende belasting op de handelingen:
    • die uitsluitend gebruikt worden voor de bedrijfsafdeling(en) waarvan de handelingen volledig recht op aftrek verlenen
    • die uitsluitend gebruikt worden voor de bedrijfsafdeling(en) waarvan de handelingen geen recht op aftrek verlenen
    • of tegelijkertijd worden gebruikt voor beide types bedrijfsafdelingen
  • het/de bijzondere verhoudingsgetal(len)

Als je het recht op aftrek volgens het werkelijk gebruik reeds toepast op 31 december 2022, moet je deze gegevens opnemen in de periodieke btw-aangifte over het eerste kwartaal van 2023 (ten laatste op 20 april 2023) of ten laatste in de periodieke btw-aangifte over mei 2023 (ten laatste op 20 juni 2023).

Wat bij laattijdige kennisgeving of mededeling?

Als je de voorafgaande kennisgeving en/of mededeling niet doet binnen de voorziene termijn, zul je het recht op aftrek volgens het werkelijk gebruik pas kunnen uitoefenen vanaf 1 januari van het volgende kalenderjaar, op voorwaarde dat je tijdig een nieuwe kennisgeving doet.

Meer informatie over de gedeeltelijke btw-aftrek voor gemengde belastingplichtigen.

International Federation of Accountants and Auditors for SMEs (EFAA), International Auditing and Assurance Standards Board (IAASB) en International Federation of Accountants (IFAC) organiseren samen een webinar over de geplande wijzigingen in de door de International Auditing and Assurance Standards Board voorgestelde ontwerpnorm genaamd Audits of Less Complex Entities (ISA for LCE). Dit webinar zal ingaan op de wijzigingen sinds het voorontwerp van de IAASB en het verwachte tijdschema voor het project, en biedt deelnemers de gelegenheid om vragen te stellen.

Het webinar gaat door op 16 februari 2023, van 14 tot 15 uur CET (Europese tijd).

Registeren kan online.

Zie hieronder voor meer informatie.

We would like to invite you to a webinar on planned changes to the International Auditing and Assurance Standards Board’s proposed standard for Audits of Less Complex Entities (ISA for LCE) on February 16, 2023, hosted by the European Federation of Accountants and Auditors for SMEs, IAASB and the International Federation of Accountants. The one-hour webinar will address changes since the IAASB’s exposure draft and the forecasted project timeline, as well as provide an opportunity for participants to ask questions.

Date & Time

Thursday February 16, 2023: 8:00- 9:00 am ET/ 2:00-3:00 pm CET

The webinar will be in English with simultaneous interpretation into French and Spanish.

Speakers

  • Salvador Marin, EFAA President
  • Paul Thompson, EFAA Director
  • Kai Morten Hagen, IAASB Member and IAASB Audits of LCEs Task Force Chair
  • Amy Fairchild, IAASB Principal
  • Monica Foerster, Partner at Confidor and IFAC SMP Advisory Group Chair
  • Christopher Arnold, IFAC Director

REGISTER NOW

Please note there is limited capacity, so we recommend registering early. The event will also be livestreamed on IFAC’s YouTube channel.

Audits of Less Complex Entities Background

Smaller, less complex entities play a vital role in the world’s economy. In an increasingly complex world with evolving reporting needs, a need for a set of high-quality requirements tailored for the audits of less complex entities has emerged.

The IAASB’s exposure draft, Proposed International Standard on Auditing for Audits of Less Complex Entities (ISA for LCE), was open for public consultation until early 2022. Since then, the IAASB has evaluated feedback received and made further revisions to the draft ISA for LCEs, including to the authority, targeted areas of the proposed standard, and incorporated requirements for audits of group financial statements. The IAASB approved an exposure draft to incorporate groups audits at its December 2022 meeting.